Van ongeveer 1852-1876 is Joannes Hubertus Nieuwland [1807-1876] de eigenaar, hij is winkelier en koopman in specerijen, 1870 tevens de assuradeur C.J.J. Nieuwland. In 1877 wordt het huis bij boedelscheiding toegewezen aan de weduwe van Joannes Hubertus Nieuwland, (Maria) Wilhelmina van Es. Er is dan in het pand gevestigd de firma Nieuwland & Zoon, die later naar Herengracht 265 verhuizen en C.J.J.Nieuwland. C.J.J.Nieuwland wordt later tussen 1885-1890 op Herengracht 192 gesignaleerd. In 1881 wordt het pand voor f 15.650,- gekocht door de bankier Willem Frederik Piek [1838-1916] van Herengracht 289 en 258 (zie 319) die het in hetzelfde jaar een tekening laat maken voor de verbouw, maar of het verbouwd is volgens tekening is niet zeker, vermoedelijk niet. Bewoners waren: 1885 de grossier in modeartikelen J. Bekker (zie Herengracht 125, tevens het kantoor van de bierbottelarij van H. Bührmann), 1890 de meubelmaker en beeldhouwer Ph. I. Beneker Phz.
In 1897 wordt het huis voor f 10.576,- gekocht door de makelaars Dirk Rudolf Nienaber en Johannes Laurens Nienaber (zie Herengracht 149) en die het pakhuis in 1898 voor f 12.150,- van de hand doen aan de koopman Jacobus Johannes van Bork jr. Hij laat het pand in hetzelfde jaar met bijtrekking van de Koksteeg tussen 267 en 269 vervangen door een hoog pakhuis met kantoorruimte, waarvan de sombere gevel in zijn kleine topgeveltje de middeleeuwse tendenzen vertoont die de in die tijd opkomende moderne richting vergezelden. Het ontwerp is van de architect J. van Looij. In 1905 wordt het nieuwe pakhuis ingebracht in de firma J.J. van Bork, exploitant van de Vulhaardenfabriek Frisia. In 1911 komt het bij scheiding weer aan genoemde Jacobus Johannes van Bork jr., directeur van Frisia. In 1927 wordt het pakhuis voor f 42.250,- gekocht door de NV Bouwmaatschappij “Het Wapen van Amsterdam”. In 1930 koopt voor f 46.000,- de NV Vereenigde Koninklijke Papierfabrieken Van Gelder Zonen het pand. In 1944 gaat het weer voor f 24.000,- naar Johannes Pieter Klautz[1901-1973], die er een grossierderij in papier en karton in heeft. Een zoon is van Everard Pieter Klautz van 245 en 243a en op 265 heeft gewoond. Het pand is verhuurd aan de Vromen en de Papierfabriek Doetinchem NV, een onderdeel van het concern Bührmann's Papiergroothandel NV. Rond 1976 is het enkele jaren een opslagplaats voor het archief van de bank Pierson, Heldring & Pierson van Herengracht 206-214.
Het gaat later naar of wordt verkocht aan het Koningin Wilhelminafonds, maar dat blijft leeg staan. In januari 1981 wordt het gekraakt maar eind 1983 wordt het pand met een rechtelijk bevel ontruimd en op 21 november komt het pand op de veiling in het Sonesta Hotel en wordt daar verkocht voor f. 70.000,- en f 9.000,- afslag. Het wordt verkocht aan H. van Leuven.
In 1985 verbouwt het Gemeentelijk Woningbedrijf West het pand om er elf Hat (Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens) eenheden in te maken. Beneden zit nu een winkeltje in tweede hands boeken.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.